Clubs, supporters en sportevenementen maken zich grote zorgen over de aangekondigde btw-verhoging van 12 procent op wedstrijdtickets, zo schrijft het Algemeen Dagblad.
Volgens hen wordt sport vooral voor de gewone liefhebber minder toegankelijk. De aangekondigde maatregel is ‘een klap in het gezicht’, stellen ze.
In het nieuwe hoofdlijnenakkoord staat dat de sportfan, en dus ook voetbalfan, vanaf 2026 te maken krijgt met een btw-tarief van 21 procent. Daardoor zal er dus een stuk meer betaald moeten worden voor een kaartje voor een wedstrijd of een seizoenkaart.
Het AD neemt Feyenoord als voorbeeld. De goedkoopste seizoenskaart bij de Rotterdammers al 385 euro. Met de btw-verhoging komt het bedrag komend seizoen uit op 430 euro. Dat is nog zonder de prijsstijging van zo’n 5 procent die voetbalclubs sowieso jaarlijks doorvoeren.
Binnen de KNVB vreest men dat de opgelegde prijsstijging straks voor minder bezoekers zorgt. “Dit raakt de mensen met een kleine portemonnee en die zullen eerder afhaken door de hogere kosten, zeker in tijden van al stijgende kosten. Daarmee wordt de rekening nu neergelegd bij de supporters, clubs en voetballers”, aldus een woordvoerder van de KNVB.
Voetbal krijgt volgens de bond ‘een klap in het gezicht’ van Den Haag. “Toen twintig jaar terug werd besloten dat de toegangskaarten in het lage btw-tarief zouden worden verkocht, zijn er door clubs, KNVB en het ministerie van VWS al afspraken gemaakt over de opbrengst daarvan. Zo wordt er jaarlijks ongeveer 3,5 miljoen euro geïnvesteerd in het jeugdvoetbal en de ontwikkeling van de ruim 2800 voetbalverenigingen. Het wegvallen hiervan is desastreus voor het amateurvoetbal.”
