Ricardo Pepi speelde dinsdagavond een hoofdrol voor
PSV door in de blessuretijd de 1-1 tegen Olympiakos binnen te schieten. Ondanks zijn belangrijke treffer moest de Amerikaan opnieuw genoegen nemen met een plek op de bank. In gesprek met
Ziggo Sport gaf hij toe dat dit hem niet gemakkelijk valt, al wil hij niet te veel loslaten over wat er intern speelt.
De laatste keer dat Pepi in de basis mocht starten, was op 27 september tegen Excelsior. Toen moest hij al na iets meer dan dertig minuten geblesseerd het veld verlaten. Zijn vervanger Guus Til greep daarna zijn kans in de spitspositie, als valse nummer 9, waardoor trainer Peter Bosz geen reden zag om zijn opstelling aan te passen — ook niet nu Pepi weer volledig fit is.
Na afloop van het duel in Griekenland ging de 22-jarige spits in op zijn huidige situatie. “Natuurlijk is het niet makkelijk,” begon hij. “Er gebeuren veel dingen achter de schermen die jullie niet zien en er zijn veel dingen die ik niet kan delen. Het is dus niet makkelijk om gewoon rustig te blijven, maar uiteindelijk moet ik hiermee omgaan. Ik denk dat ik dat goed doe.”
Volgens Pepi onderhoudt hij regelmatig contact met Bosz over zijn rol binnen het team. “Natuurlijk zijn er gesprekken doordeweeks en soms spreken we een-op-een. Maar ik moet het doen met de keuze die hij maakt en me voorbereiden,” aldus de aanvaller, die vastberaden blijft om zijn kans te grijpen.
In de studio van Ziggo Sport merkte analist Boudewijn Zenden op dat Pepi opnieuw lijkt uit te groeien tot een supersub. “Dat wil hij natuurlijk niet. Je hoort aan alles wat hij eigenlijk niet zegt dat hij het liefst gewoon wil spelen en de vaste spits wil zijn.”
Tijdens de afwezigheid van Pepi wist Ismael Saibari uit te blinken. De Marokkaan vormde een geweldige tandem met Guus Til, waardoor Bosz Pepi de afgelopen weken op de bank posteerde. Afgelopen vrijdag zei de trainer van PSV nog, haast cryptisch: "Pepi is mijn eerste spits, maar het staat nu zó goed."