Luuk de Jong maakt dit seizoen veel indruk in de ploeg van Peter Bosz.
Luuk de Jong scoort erop os en geeft assists als nooit tevoren. Het is duidelijk dat de spits in een zeer goede fase zit wat zijn toch al zo’n succesvolle carriere aangaat. Onder Peter Bosz voelt Luuk de Jong zich erg goed, kunnen we gerust concluderen.
In de eerste vijftien wedstrijden van dit seizoen scoorde hij al dertien keer en gaf hij zeven assists. Volgens de aanvoerder is hier een duidelijke reden voor, die zich natuurlijk laat raden.
“Ik denk dat het spel van Peter Bosz mij beter past”, begint De Jong in de Football is Life podcast. “Ik denk dat de mensen die de wedstrijden kijken een groot verschil zien, omdat het met Bosz gewoon extreem aanvallend is. Er is altijd druk vooruit en we moeten aan de bal proberen te blijven voetballen”, wijst Luuk de Jong ook naar vorig seizoen. Het elftal van Ruud van Nistelrooij leverde ook puike aanvallende wedstrijden af maar speelde overall wel een ander spel dan het PSV van Peter Bosz.
Luuk de Jong analyseert verder: “Bosz zegt dat we risico mogen nemen en dat fouten maken een deel van het voetbal is. Je ziet dat we blijven voetballen en als het achterin één op één staat, vindt hij ook dat we de bal dan gewoon lang moeten spelen. Het ligt mij goed omdat ik voorin altijd druk kan zetten. Als we de bal veroveren op de helft van de tegenstander, blijf je daar aanvallen. Zo denk ik ook dat je kan domineren. Dan doen we al heel erg goed. Het kan zeker nog beter, maar daar ben ik tevreden over”, klinkt het vol overtuiging.
Zoals gezegd speelde PSV vorig jaar een ander type voetbal, wat totaal andere wedstrijdstatistieken opleverde. Dit seizoen staat de ploeg van Bosz op de meeste lijstjes die ook maar iets met aanvallend voetbal van doen hebben na acht wedstrijden al bovenaan. Het PSV van dit seizoen is op enkele wedstrijden na in niets te vergelijken met het PSV van vorig seizoen.
“Voor een counterspits zou het anders kunnen zijn, maar voor mij is het het lekkerst als ik rond de zestien van de tegenstander kan blijven en met het hele team, als we het goed doen, op de helft van de tegenstander te blijven. Anders maak je uiteindelijk toch meer meters met het terugkomen naar je eigen helft en het weer schakelen naar voren? Als je het zo kan met elkaar, dan is dat goed. Al begrijp ik ook dat het niet voor elk team weggelegd is”, besluit de trotse aanvoerder.
