De dagen nadat de transfermarkt is gesloten wordt de balans opgemaakt. De conclusie is dat de Nederlandse clubs voor het zoveelste jaar op rij weer meer transfers hebben verwerkt dan in de vorige transferwindow. Opvallend detail is deze keer dat de slotdagen relatief rustig verlopen zijn voor de Nederlandse clubs. Diverse media stellen dat het aan PSV te danken is dat het transferwindow rustig is gesloten. PSV verkocht namelijk de 2 sterspelers Depay en Wijnaldum relatief vroeg in het seizoen waardoor de club relatief vroeg de markt op kon om vervangers te halen, citeren diverse media elkaar.
Davy Pröpper werd na de transfer van Wijnaldum vrijwel meteen van Vitesse overgenomen. De carrousel waarbij Vitesse vervolgens weer een vervanger haalde voor Pröpper, kwam zo al relatief vroeg op gang. Ook concurrent Ajax sloeg al vroeg in het nieuwe seizoen haar slag door Gudelj als nieuwe middenvelder te contracteren.
PSV en Ajax zijn de clubs in Nederland die het tempo en de mate van investeren bepalen. Ajax bepaalde enkele seizoenen geleden dat het niet meer dan 4 miljoen euro op de nationale transfermarkt wilde besteden. Het gevolg was dat spelers als Narsingh en Maher niet door Ajax werden gekocht omdat de bewuste transfersommen boven de 4 miljoen euro lagen. Het was in de periode dat Ajax ieder seizoen landskampioen werd en minder behoefte aan ‘grote’ transfers.
Hoe anders is de situatie enkele seizoenen later. Ajax zag het gat met PSV kleiner worden en bepaalde ineens dat Sinkgraven midden in het seizoen voor 7 miljoen euro de overstap naar Amsterdam mocht maken, waar talent Zivkovic hem met een transfersom van 4 miljoen euro al was voorgegaan. Toen de beelden van het kampioenschap in Eindhoven impact in Amsterdam ondervonden werd besloten om voor ruim 6 miljoen euro Gudelj naar Amsterdam te halen. Ook deze transfer werd vroeg in het seizoen beklonken waardoor ook Ajax net als PSV de zaken al snel redelijk voor elkaar had. Het kwam de relatieve rust op de transfermarkt ten goede.