Mark van Bommel is inmiddels succesvol trainer van Royal Antwerp FC maar is ook nog altijd onderdeel van de PSV gemeenschap.
Van Bommel is als trainer niet geslaagd bij PSV maar wat niet is kan nog komen. De trainer van Antwerp maakt nog kans op de Belgsiche landstitel en wist recent ook de switch te maken naar het makelaarskantoor SEG nadat vertrouwenspersoon Mino Raiola is overleden.
Van Bommel wordt nog vaak herinnerd aan zijn tijd bij PSV. Als voetballer was de middenvelder uiterst succesvol bij PSV, al maakte Van Bommel ook een dieptepunt mee: de verloren halve finale in de Champions League tegen AC Milan. Het is inmiddels al 18 jaar geleden maar vergeten doet van Bommel het nooit.
“PSV-Milan, waar ik een heleboel gezeik mee heb gehad. Terwijl dat helemaal niet klopte. Dat ik Ambrosini zou hebben laten lopen”, vertelt Van Bommel in de Cor Potcast. “Daar ben ik zelf ook wel ziek van. Tegenwoordig zie je heel veel ploegen en spelers voor de man verdedigen. Tussen de nummers 6 en 8 en de centrale verdedigers komt vaak de nummer 10 van de tegenstander, of een buitenspeler die naar binnen komt.”
Van Bommel gaat verder: “Nu wordt het tactisch, maar het vierkant wat ontstaat is een lege ruimte. Als je daar mandekking speelt, moet je achter hem aanlopen. Dan kun je bijna geen druk naar voren zetten. In dat elftal hadden we dat zó goed voor elkaar, met Johan Vogel, Phillip Cocu en ik. Wij hadden altijd het middenveld in handen. Ook in de wedstrijden tegen AC Milan. Maar je hebt dan dus geen mandekking”, zegt de trainer van RAFC.
“Ambrosini loopt bij mij weg en komt in die ruimte. En achter ons staan nog twee centrale verdedigers. Alex en, ik meende, Wilfred Bouma. Die bal valt er tussenin en we hebben geen goede druk op Kaká, die de voorzet kan geven. Ambrosini is dus weggelopen en hij kopt die bal binnen. Dan kun je zeggen dat het mijn man is, maar de afspraak was niet dat ik achter hem zou staan”, aldus Van Bommel.
