PSV zet hoog in op inkomende maar tegelijk aanvallende transfers. De club is zoals bekend voornemens de transfers van Noa Lang en Ricardo Pepi zo snel als mogelijk is af te gaan ronden.
Beide aanvallende versterkingen genieten binnen PSV de hoogste prioriteit. Waar Noa Lang een glimlach niet kon onderdrukken nadat hem na Nederland – Italie naar PSV werd gevraagd, is Ricardo Pepi uitgesproken. Pepi wil zo snel mogelijk dat de transfer wordt afgerond, zodat hij zich kan richten op 3 juli, de eerste training op de Herdgang. Pepi wil zich overigens ook richten op het zo snel als mogelijk is afscheid nemen van werkgever Augsburg.
Beide werkgevers, van beide clubs welteverstaan, staan niet te springen de genoemde aanvallers te verkopen maar beide clubs weten inmiddels ook dat er geen houden meer aan is. Ricardo Pepi is onhoudbaar geworden voor Augsburg omwille van verstoorde verhoudingen tussen club en speler en Noa Lang heeft het simpel gezegd wel gehad in Brugge.
Beide clubs zitten ook veel hoger in de boom dan PSV wil betalen maar het heeft er op dit moment alle schijn van dat beide clubs toch voornemens lijken te zijn water bij de wijn te doen ten einde de uitgaande transfers te kunnen bewerkstelligen. De stroeve onderhandelingen met Augsburg hoopt PSV deze week vlot te trekken. Veel lijkt af te hangen van een doorverkooppercentage tussen PSV en Augsburg.
Dat geldt in minder mate ook voor Club Brugge, meldt een insider uit Belgie aan PSV Inside. Er dient officieel overeenstemming te komen tussen Club Brugge en PSV over een transfersom van 15 miljoen euro maar het Eindhovens Dagblad weet te melden dat bronnen rond Noa Lang beweren dat dat bedrag omlaag kan.
De situatie rond Pepi zou deze week zijn beslag moeten krijgen, is de verwachting rond de speler en zijn management. ‘Na de interlandperiode moet er een deal komen, want Pepi wil snel aan de slag en zich op 3 juli melden bij de eerste training van PSV. De club zelf wil de selectie op tijd rond hebben in verband met de al naderende Champions League-voorrondes, maar daar hebben verkopende clubs uiteraard niet zoveel boodschap aan’, schrijft het Eindhovens Dagblad.
