Home Nieuws Schandalige column Nico Dijkshoorn

Schandalige column Nico Dijkshoorn

919
1

Met een column die ver over de grenzen van het fatsoen gaat, heeft Nico Dijkshoorn in voetbaltijdschrift VI keihard uitgehaald naar Hans van Breukelen. Een column is leuk leesvoer, een column dient om te vermaken en eens links en rechts een tikje uit te delen. Een column is vermaak, leedvermaak is ook nog leuk en her en der een kleine verwijzing naar tekortkomingen kan ook nog hout snijden. Met de column over Hans van Breukelen gaat Nico Dijkshoorn veel te ver. Je vraagt je tegelijkertijd ook af wat er zich in het hoofd van Nico Dijkshoorn zelf afspeelt, om iemand zo de maat te nemen. 

‘Een meelijwekkend persoon die zijn leven weer op de rails kreeg door Ratelband-achtig te brallen’, is een zinsnede die zeker in een column gewoon binnen de perken van het fatsoen blijft maar om meerdere keren aan te halen dat van Breukelen een bepaalde periode het leven even niet meer zo kon accepteren zoals zou moeten, gaat veel te ver. Dijkshoorn kwetst ook ongenadig hard en ongepast met vergelijkingen en uitspraken over het uiterlijk van de oud doelman.
Feitelijk valt Nico DIjkshoorn niets te verwijten. Dit is nu eenmaal de persoon Dijkshoorn. De beste columnist gaat nu eenmaal weleens over de grens met soms prima en even vermakelijke teksten en columns. Dijkshoorn gaat nu volledig over de grens. De hoofdredacteur van VI speelt echter een net zo grote rol in het geheel door deze column schaamteloos te plaatsen in een alom gerespecteerd voetbalblad. Sommige zinnen uit de column zijn nauwelijks geschikt voor de jongere lezers.

Enkele passages uit de column:

Dat charlatans als Van Breukelen met dit soort uitgekiend motivatiegelul, en zwaar leunend op een ooit in het verleden gewonnen prijs, goud geld verdient, is hem van harte gegund. Als bedrijven hem twintig minuten tegen een vergoeding van tweeduizend euro voor een zaal vol vorkheftruckchauffeurs laten praten over die tragische fase in zijn leven dat hij zelfmoord overwoog omdat hij een bal op een polletje liet stuiten, dan vind ik dat prima. Zo werkt dat in de congreswereld.

En als technisch directeur hadden ze niet moeten kiezen voor iemand die een rond brilletje is gaan dragen om zijn woordenschat te camoufleren, maar voor een oud-voetballer met humor en zelfspot. Dus niet Hans van Breukelen, die tijdens zijn carrière elke zondag met twee halve sokken in zijn handen zat. Doorgeknipt door een teamgenoot. De KNVB heeft een technisch directeur aangesteld die na iedere wedstrijd zijn haar stond te wassen met de urine van een van zijn collega’s.

Het heeft iets vreselijk treurigs, dat uitgerekend het grootste lulletje rozenwater in de Nederlandse sportgeschiedenis is aangesteld om van het Nederlands elftal weer een team te maken. Ik zou mij als prof zwaar beledigd voelen door deze aanstelling.

Rinus tegenover Hans van Breukelen. Hans: ‘Rinus, ik wil graag dat je denkt aan een voorwerp waar je heel gelukkig van wordt.’ Rinus: ‘Een graspolletje en jouw jankhoofd.’ Hans: ‘Nee, je mag maar één ding kiezen. Denk aan dat ene voorwerp waar jij heel blij van wordt.’ Rinus: ‘Maakt me niet uit wat, als het maar in jouw reet past.’ Hans: ‘Even opnieuw, Rinus. Kijk me eens recht aan en vertel me wat je ziet.’ Rinus: ‘Een trein en langs de rails iemand in zijn korte broek die niet durft te springen.’

En hoe hard ze hem ook zullen aanpakken, hoe hard ze hem ook gaan uitlachen, het zal geen enkel effect hebben. Zo werkt dat namelijk bij zelfverklaarde gebedsgenezers en teamkneders: ze hebben altijd gelijk. Kritiek en spot wordt altijd op dezelfde manier gepareerd. 

Dick Advocaat kan bijvoorbeeld tegen Hans zeggen: ‘Zeg, schoolmeester Horlepiep, met je Staphorst-hoofd, ga jij mij vertellen hoe ik met een team moet werken? Ik voetbalde al toen jij voor de eerste keer zaad in je eigen keepershandschoen spoot. Toen ik voetbalde, had jij nog nergens haar. Gaan we even normaal doen, zeepkistschreeuwer?’ Hans zal daar alleen maar op antwoorden: ‘Voel je die woede, Dick? Ga maar door. Zullen we samen huilen?’ 

Het is vooral de onophoudelijke zendingsdrang van figuren als Hans van Breukelen die mij razend maakt. Hans was een keeper die altijd uit was op conflicten. Een zenuwlijder die in de halve finale in 1988 een collega-voetballer toebeet dat hij kon sterven. Hans van Breukelen was een jaar lang radeloos door een lullig tegendoelpunt.

Hans van Breukelen werd een meelijwekkend persoon, die zijn leven weer op de rails kreeg door Ratelband-achtig te brallen op feesten en partijen. Heel Nederland loopt vol met dit soort variété-artiesten. Leven en laten leven. Maar om nu uitgerekend zo’n schmierende clown aan te stellen als technisch directeur getuigt van een diepe minachting. De KNVB beoogt maar één doel met deze benoeming: heel Nederland de middelvinger geven.


1 REACTIE

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in