Ajax is niet langer de aanjager in de coëfficiëntenopmars, zo meldt Voetbal International. De verdeling tussen de Nederlandse clubs begint door de in Europa ondermaats presterende Amsterdammers te verschuiven.
VI maakt de balans op nu de groepsfases van de hoofdtoernooien in Europa halverwege zijn. Opvallend is dat Ajax qua gepakte coëfficiëntenpunten nog helemaal onderaan staat.
FC Twente, dat in de play-offs van de Conference League over twee duels werd uitgeschakeld door Fenerbahçe, staat zelfs nog boven de Amsterdammers op de coëfficiëntenlijst van Nederland over dit seizoen.
PSV leidt de dans tot nog toe als er wordt gekeken naar welke club de meeste coëfficiënten van de Nederlandse clubs hebben binnengehaald. Door de kwalificatie voor de Champions League en remises in de groepsfase van het miljardenbal pakte PSV 9,5 punt.
Wanneer verder wordt teruggekeken, was Ajax altijd ‘het coëfficiëntenkanon’ van Nederland. De afgelopen twee seizoenen zijn de panelen echter verschoven. AZ had in de vorige jaargang de grootste bijdrage met een halve finale in de Conference League, terwijl Feyenoord het seizoen daarvoor voor een verrassing zorgde door de finale van dat toernooi te bereiken.
Voor de coëfficiëntenlijst wordt altijd naar een cyclus van vijf seizoenen gekeken. “Met het ingaan van de nieuwe cyclus (2019-2024) raakte Ajax het bijzondere coëfficiëntenseizoen 2018/19 kwijt in de berekening”, schrijft VI. Ajax slaagde er in de seizoenen erna niet meer in om ver in Europa te komen en verliest langzaam zijn rol als coëfficiëntenaanjager van Nederland.
“Het aandeel van 33 procent in de Nederlandse score op de UEFA-lijst is voor Ajax inmiddels gedaald tot 24 procent. Daarmee staat Ajax nog wel bovenaan, maar de piek is behoorlijk uitgevlakt. Over de afgelopen vijf seizoenen pakte Ajax in totaal 69 coëfficiëntenpunten, PSV (65,5), Feyenoord (65) en AZ (63,5) naderen snel.”
