Feyenoord - PSV nadert met rasse schreden. De topper staat voor 26 oktober op de agenda en zal in de Rotterdamse Kuip worden gespeeld. In tegenstelling tot vorig seizoen zal de topper geen potten in de Eredivisie gaan breken in de zin dat er grote beslissingen gaan vallen.
In Rotterdam werden begin deze week net als in Eindhoven en Amsterdam de cijfers over het afgelopen voetbalseizoen openbaar gemaakt. Andermaal bleek dat Feyenoord financieel reuzenstappen voorwaarts heeft gezet maar nog wel onder doet voor PSV als over het uitgavenpatroon aangaat en investeringsbereidheid gaat.
Op dat vlak leggen de Rotterdammers het al jaren af tegen PSV en dat zal voorlopig nog wel even zo blijven. Toch kan Feyenoord zich financieel meer veroorloven dan voorheen, al worden sommige risico's nog wel vermijden. In Rotterdam viel namelijk ook de naam van Ivan Perišić als versterking voor Feyenoord.
Ivan Perišić werd ruim een jaar geleden begeerd door zowel PSV als Ajax maar volgens een directeur van Feyenoord ook door de Rotterdammers. Feyenoord wilde echter geen miljoenen betalen voor Perišić. Althans, dat meldt financieel directeur Pieter Smorenburg van de Rotterdammers in Voetbal International. Of dat enkele weken voor Feyenoord - PSV nu echt handig is om uit te spreken, wagen we te betwijfelen maar het zij zo.
Smorenburg wijst naar het verschil in ‘prijsniveau’ met PSV. “Als je leuk meedoet in de Europa League, en af en toe opduikt in de Champions League, heb je een bepaald prijsniveau. Om spelers voor vijftig miljoen of meer te verkopen, moeten we eerst structureler in de Champions League succesvol zijn.”
Vervolgens wijst Smorenburg naar Ivan Perišić: “We proberen de discipline te bewaren. En in de prijsklasse te blijven die we kunnen betalen. Het accent ligt op waardecreatie, maar je moet niet alleen jonkies hebben. We hebben bijvoorbeeld ook naar Ivan Perišić gekeken. Uitstekende speler, maar ga je voor iemand van zijn leeftijd nog een paar miljoen investeren? Dat zijn aan de voorkant lastige afwegingen. Tussen de drie en tien miljoen is nu zo’n beetje onze categorie. Incidenteel kan dat best een beetje meer zijn, maar dat is niet ons model. Dat is soms aan supporters en sponsors best moeilijk uit te leggen, als er net een speler voor dertig miljoen is vertrokken.”
Om zijn financiën op pijl te houden moet Feyenoord steeds verkopen. De uitgaande transfer van Santiago Giménez was bijvoorbeeld noodzaak, ondanks de eerdere deals voor Mats Wieffer en Lutsharel Geertruida: “We hebben daar niet veel complimenten voor gekregen, maar zakelijk gezien konden we daar geen nee tegen zeggen.”
Uiteindelijk werd er zestig miljoen euro verdiend in De Kuip, met een transferwinst van maar vijf miljoen. Hoe kan dat? “Wat belangrijk is om te vermelden is dat we een bijzondere waardevermindering van elf miljoen hebben meegenomen. We hebben een trainer zien vertrekken, terwijl we een transfersom hadden betaald om hem bij Sparta Praag weg te halen. Die som hebben we moeten afboeken. Aan het eind van het jaar moet je ook beoordelen of spelers nog waard zijn waarvoor ze in de boeken staan", klinkt het over het financiële jaar van Feyenoord.