Radiostilte, radiostilte en nog eens radiostilte. Dat was de modus waarin Mohamed Ihattaren zich wist te bevinden afgelopen maanden.
Daar is nu een eind aangekomen want Mo Ihatteren is weer terug in Nederland en kijkt vooruit maar niet zonder even achterom te kijken. De Utrechtse voetballer begint te praten en zegt in gesprek met de Telegraaf dolgraag verdere stappen voorwaarts te willen maken. Dat is goed nieuws te noemen voor de middenvelder en zijn familie.
Ihattaren doet er naar eigen zeggen alles aan om zo snel mogelijk weer fit te worden. In gesprek met Telesport blikt hij terug op een mislukte verhuurperiode bij Sampdoria, waarbij hij erkent ook zelf fouten gemaakt te hebben.
‘Er werd van alles over me gezegd, maar nooit met me gesproken’, begint Ihattaren tegen De Telegraaf. ‘Ik heb inderdaad niets van me laten horen na mijn vertrek bij Sampdoria, waar Juventus me voor een seizoen stalde. Dat valt niet goed te praten. Ik ben weggegaan vanwege de omstandigheden bij Sampdoria. Als negentienjarige zat ik daar in een hotelkamer. Alleen, volledig aan mijn lot overgelaten. Ik kon het niet meer opbrengen. Allerlei afspraken werden niet nagekomen. Alsof ik niet bestond. Ik kreeg geen salaris, niets werd geregeld, geen bankrekening of verzekering. Toen heb ik voor mezelf gekozen, mezelf in bescherming genomen en ben vertrokken. Het vertrouwen was weg.’
Half oktober keerde Ihattaren terug naar Nederland. Hij nam een rigoureuze maatregel en besloot te breken met zaakwaarnemer Mino Raiola. ‘Ik stapte de volgende dag het kantoor van Ali Dursun binnen, met hem had ik al langer contact. Ik zei: “Ali, ik heb álles fout gedaan. Je moet me helpen.” Ik zocht het eerst bij mezelf. Hij hoorde het verhaal aan en zei dat ik hier onmogelijk schuld aan kon hebben. Hij nam me onder de arm, is als een soort vader voor me. Mino vertelde kort geleden bij Studio Voetbal dat hij zich zorgen maakte, begon over het mentale aspect en dat hij geen contact meer met me had. Natuurlijk niet, ik ben teleurgesteld. Een week voor mijn overstap naar Ali wilde hij nog publiekelijk met mij bekendmaken dat ik niet fout zat’, richt een teleurgestelde Ihattaren de pijlen op zijn vorige zaakwaarnemer.
