Lijkt Roger Schmidt er nu wel voor 100% in te geloven? ‘We moeten deze lijn doortrekken en kampioen worden’

Roger Schmidt is soms een man van veel woorden en soms weer wat minder.

De Duitser is ook een type trainer die het zo nu en dan prettig vindt de druk elders op te voeren. Schmidt verbaasde maanden terug al over zijn geloof in de landstitel door geringe succespercentages te benoemen. Uiteraard was een teleurstellende nederlaag tegen Ajax daar debet aan maar opvallend waren zijn uitspraken natuurlijk wel te noemen. Daar lijkt hij zich aan vast te houden maar de koppositie lijkt Schmidt ook te verbazen. De Duitse coach lijkt verrast te zijn dat Ajax niet bovenaan staat.

Eerder deze week ging het over een percentage van 40% geloof in de landstitel maar Schmidt wilde er niets van weten, liet hij NOS man Joep Schreuder weten. Geeft het Schmidt dan het juiste houvast om er echt vol voor te gaan? “Ajax is een zeer sterk en gebalanceerd team. Zij hebben het voordeel dat ze financieel meer mogelijkheden hebben, maar het is een open strijd. We kunnen Ajax verslaan”, zei Schmidt na het duel met Go Ahead Eagles.

PSV kwam door de overwinning op 43 punten, één punt meer dan nummer twee Ajax. “We moeten onze geblesseerde spelers terugkrijgen, deze lijn doortrekken en kampioen worden”, aldus Schmidt, die de zes geblesseerden als nieuwe spelers voor na de winterstop ziet. “We zitten in een goede positie, maar er is altijd ruimte om door te groeien. Sommige momenten moeten we beter gebruiken en de efficiëntie kan beter, maar we mogen blij zijn met waar we nu staan. De spelers doen het goed, we moeten doorzetten tot het einde.”

Schmidt vond het jammer dat PSV de wintertitel niet kon vieren met de fans in het Philips Stadion. “Gelukkig hebben we ze winst kunnen geven. Dat was vandaag het belangrijkst. Nu kunnen we als koploper vakantie nemen. Het was geen makkelijk jaar voor ons, we hebben 32 wedstrijden in zes maanden gehad. Onze internationals nog meer. Rust nemen is nu belangrijk. Het seizoen is op de helft, dus we hebben nog wel even te gaan.”