Gijs de Jong werd in september dit jaar voorgedragen als directeur betaald voetbal bij de KNVB. Echter, drie maanden later is er nog steeds geen duidelijkheid rondom de opvolger van Bert van Oostveen. De Jong baalt van het feit dat men in Amsterdam maar rondom andere clubs, moeite heeft met het zogenaamde ‘PSV verleden’ van de voormalig competitieleider. De nieuwe man begint aan een moeilijke en bijna ‘besmette’ klus.
“Nee”, aldus De Jong in gesprek met Voetbal International. “Met terminologie als eer en beschadigen houd ik me helemaal niet bezig.” De Jong wil zich eerst richten op de gespannen relatie met de clubs in de Eredivisie en de Jupiler League. “Als één ding me duidelijk is geworden, vooral in deze periode van bestuurlijke onrust, is het dat de relatie tussen de KNVB en de clubs beter moet. Die is heel dun. Er is te weinig onderling vertrouwen.”
De Jong zou verder een ‘PSV man’ zijn maar dat wordt stellig tegen gesproken. “Mijn ouders zijn afkomstig uit het Westland. Feyenoord-hoek. Zeven jaar heb ik bij de Amsterdam Arena gewerkt. Ajax-land. Maar ik ga niet onder stoelen of banken steken dat ik ben geboren en getogen nabij Eindhoven en dat ik vroeger met vriendjes naar het stadion ging. Ik kan mij niet voorstellen dat men echt zo kortzichtig is te denken dat het bij een professionele organisatie als de KNVB überhaupt mogelijk zou zijn een club te bevoordelen. In mijn zes jaar als competitieleider is Ajax volgens mij vaker kampioen geworden dan PSV.”
