Feyenoord was afgelopen zomer serieus in de markt voor Noa Lang en Ricardo Pepi, zo meldt Voetbal International.
Feyenoord-trainer Arne Slot zag uiteindelijk zowel Lang als Pepi naar PSV vertrekken. Naar verluidt waren de Rotterdammers eveneens in staat om de door PSV betaalde transfersommen op te hoesten, maar was het salarisbudget niet toereikend genoeg om Lang en Pepi in te lijven.
“Feyenoord was ook in de markt voor Lang en Pepi en had ook twaalf miljoen kunnen betalen, maar dan was de club in de problemen gekomen”, schrijft VI.
“De inkomsten uit transfers zorgen voor eigen vermogen, maar het salarisbudget groeit nauwelijks mee. En dat terwijl de club juist op het punt is gekomen dat het nu wel nodig is, wil Feyenoord écht de volgende stap kunnen zetten”, stipt het weekblad aan.
PSV legde uiteindelijk 12,5 miljoen euro neer om Lang over te nemen van Club Brugge en maakte 11 miljoen euro over aan het Duitse FC Augsburg om voormalig FC Groningen-huurling Pepi naar het Philips Stadion te halen.
Hoewel Pepi door de bloedvorm van Luuk de Jong nog niet heel veel heeft speeltijd heeft gekregen, was hij toch al goed voor 4 goals en een assist tijdens zijn invalbeurten. Feyenoord vist toch net in een iets andere vijver, ook al werd er wel ruim 35 miljoen euro uitgegeven aan transfers. “De duurste speler van Feyenoord is Ayase Ueda, de club nam hem voor negen miljoen over van Cercle Brugge.”
Alle andere nieuwelingen kwamen de laatste twee seizoenen van clubs zoals Cruz Azul, LASK Linz, Sparta Praag, OGC Nice, Slavia Praag, FC Twente, FC Utrecht, Union Berlin, PEC Zwolle en Curítiba, dat uitkomt in de tweede divisie van het Braziliaanse voetbal”, schrijft VI.
Trainer Slot is zich bewust van het verschil tussen beide clubs maar toont zich realistisch. “We halen spelers van een lager niveau en ontwikkelen ze naar een hoger niveau. Ik vind dat geen schande, zo is het beleid van Feyenoord ook. We moeten ons eigen budget creëren door ervoor te zorgen dat spelers beter worden en ze te verkopen met winst.”
