André Ooijer kijkt in gesprek met De Telegraaf terug op zijn carrière als speler. Ooijer is meer dan tevreden met zijn sportieve carrière maar beleefde wel een pijnlijk moment.
Een moeilijk moment blijft voor hem het gedwongen vertrek bij PSV in de zomer van 2010. “Ik kwam terug uit Engeland en speelde bij PSV het slechtste seizoen uit mijn carrière, zeker voor de winterstop. Ik zat zelf naar Studio Sport te kijken en dacht: wat ben je nou allemaal aan het doen,” geeft Ooijer aan. “Ik herstelde me, knokte me terug en het duurde heel lang voordat bekend werd of PSV mijn contract wilde verlengen. Pas een week voordat de voorbereiding op het WK zou starten, beslisten Fred Rutten en Jan Reker dat ze me wel binnenboord wilden houden, maar niet als speler. Een heel pijnlijk moment.”
Op het WK in Zuid-Afrika wilde hij dan ook nog een keer vlammen. “Ik kreeg bij Oranje geen kans, tot die kwartfinale tegen Brazilië toen Joris Mathijsen vlak voor de wedstrijd geblesseerd wegviel. Dat was mijn kans. Juist tegen Brazilië, het land waartegen ik in 1999 mijn debuut had gemaakt. Stond ik daar met een glimlach van oor tot oor,” zegt de voormalig verdediger daarover.
In de finale zat de verdediger echter weer op de bank. “Na die wedstrijd kwam even alles samen. Het niet hebben van een afscheid bij PSV, het verliezen van een finale. We hadden zo’n geweldige groep. Een beetje te vergelijken met het elftal van PSV dat in 2005 net de finale van de Champions League niet haalde,” aldus Ooijer.”
