Er is een grote kans dat de landstitel aan de neus van PSV voorbij gaat. De ploeg heeft teveel punten laten liggen tegen kleinere clubs. Iedereen kan zich de gelijke spellen tegen ADO, Roda en Excelsior nog herinneren. Wedstrijden waarin PSV stuk voor stuk genoeg kansen kreeg om de voorsprong uit te breiden. De campagne in Europa heeft ook vereende krachten gekost. Is het een combinatie van beiden of is het een gebrek aan scorend vermogen wat PSV de das om doet in de strijd om de titel?
‘Het is wrang voor PSV dat de Champions League ze kracht heeft gekost”, zegt analyticus Mario Been in Metro. ”Nederlandse clubs blijken toch moeite te hebben met een dubbel programma”, vervolgt de oud-coach van Feyenoord. ”Je ziet het ook aan AZ. In de eerste seizoenshelft hadden ze een druk schema met de Europa League erbij en dat kostte ze veel punten voor de winterstop. Het is geen toeval dat AZ nu meer punten pakt dan tijdens de eerste seizoenshelft. Datzelfde geldt voor PSV. Natuurlijk kwam het verlies tegen Ajax hard aan, maar de meeste punten hebben ze in het begin van de competitie laten liggen.”
”PSV heeft het vooral laten liggen in de eerste seizoenshelft tegen clubs uit het rechterrijtje”, concludeert Arnold Bruggink. ”Maar ik denk niet dat het spelen in de Champions League de hoofdreden is dat PSV in die periode zoveel punten heeft laten liggen. Er was een gebrek aan scorend vermogen. Vorig seizoen had PSV met Memphis Depay en Georginio Wijnaldum spelers waarmee ze een ‘buffer’ konden opbouwen. Nu was het verschil telkens maar één doelpunt, waardoor clubs als ADO Den Haag en Heracles terug konden komen, terwijl PSV kwalitatief sterker is. Het is niet voor niets dat ze Marco van Ginkel erbij gehaald hebben. Die heeft er na acht wedstrijden nu al vijf inliggen.”