Een heftig verhaal. Die conclusie kunnen we wel trekken nadat de Portugees Armindo Bruma in gesprek met AD Sportwereld zijn verhaal heeft gedaan.
Bruma kwam in 2019 bij PSV en startte redelijk goed maar viel daarna ver terug zoals eigenlijk het gehele PSV van Mark van Bommel ver terugviel. Er was veel discussie rond Bruma en zijn prestaties. Naar nu blijkt zijn er wel degelijk verzachtende omstandigheden rond de Portugees, die deels debet waren aan zijn mindere prestaties.
Nadat Bruma recent al besloot een deel van zijn salaris in te leveren, vond de Portugees het nu tijd om zijn verhaal te doen. In gesprek met AD Sportwereld vertelt dat hij afgelopen twee jaar door een diep dal is gegaan, nadat hij eind 2019 zijn broer verloor. Daarnaast werd hij voor miljoenen euro’s opgelicht door een goede vriend. Dat laatste verscheen vorig jaar wel in de media maar is verder niet meer openbaar geworden. Bovendien verloor de 26-jarige Portugees bij PSV het vertrouwen in eigen kunnen en dus volgde er een plaats op de bank.
“Mijn broer is destijds overleden en dat was een enorme schok voor me”, begint Bruma zijn verhaal in het Algemeen Dagblad. “Op een gegeven moment wilde ik met niemand nog contact, behalve met mijn moeder. Ik was enorm eenzaam en vertrouwde bijna niemand meer.” In die periode werd Bruma ook door een goede vriend opgelicht. Iets wat hij totaal niet zag aankomen. Daarover zegt hij tegen AD Sportwereld: “Ik ben er veel te laat achter gekomen en was enorm teleurgesteld. Het heeft een grote impact op mijn prestaties gehad.”
Er is inmiddels een rechtszaak gaande tegen zijn voormalige vriend. De periode in Athene bij Olympiakos heeft hem naar eigen zeggen goed gedaan. Bruma geeft aan zijn zelfvertrouwen weer te hervinden en dat zorgt ervoor dat hij in Eindhoven langzaam van waarde voor de club is. De laatste weken weet Bruma het net weer te vinden en is hij geregeld van meerwaarde. Bruma vond het tegelijk nodig zijn werkgever tegemoet te komen door salaris in te leveren. “PSV heeft veel in mij geïnvesteerd en ik wil heel graag een financiële bijdrage leveren, maar hopelijk een nog grotere bijdrage op het veld.”
