Het komt niet vaak voor dat een aanvoerder na afloop zo zijn trainer afvalt. In de wereld van de topsport moeten er nu eenmaal weleens harde noten gekraakt worden en dus was aanvoerder Marco van Ginkel kritisch na afloop van PSV – Benfica.
In gesprek met RTL7 baalde Marco van Ginkel uiteraard enorm van de onnodige uitschakeling. “Het is heel zuur”, begon Van Ginkel. “Een lang gedeelte speelden we tegen tien man. In de rust zeiden we dat we vertrouwen hadden en we die goal zouden maken. Je weet dat ze moeier worden en je de bal moet laten gaan. We hebben een paar kansjes gehad, maar het was net niet.”
Het lukte PSV uiteindelijk niet om Benfica kapot te spelen en daarbij kijkt men bij PSV zeker in de spiegel. “We maakten af en toe ook zelf de fouten. We moesten de bal snel rond tikken, maar dat hebben we te weinig gedaan”, zo gaf hij aan. “Op het laatst hadden we ook weinig ideeën om nog een goal te maken. Ik zou zelf een paar man naar voren gooien, maar dat is weinig gebeurd. De grote jongens bleven achterin staan. Je moet toch wat forceren en dat hebben we niet gedaan.”
Over zijn wissel zei hij: “Ik ben er niet blij mee, maar het is zo”. De wissel van Marco van Ginkel is op zich geen verkeerde wissel gezien het feit dat de aanvoerder vaker gewisseld wordt als de wedstrijd daar om vraagt.
Even later schoof Van Ginkel aan voor de persconferentie, waar hij werd geconfronteerd met zijn eerdere uitspraken net na de wedstrijd. ‘Natuurlijk speelden de emoties daarin mee, want je ligt eruit’, blikte hij terug op het interview. ‘En het is nooit leuk om gewisseld te worden. Je wil gewoon die Champions League halen. Niet alleen ik, maar de hele groep’, zo verklaarde hij zijn frustraties.
Toch nam Van Ginkel zijn woorden niet helemaal terug. Zijn irritatie was namelijk terecht, zo vond hij ook iets langer na het laatste fluitsignaal. ‘Op het laatst maakten we wat verkeerde keuzes. Bijvoorbeeld een korte corner die in de laatste vijf minuten twee keer mislukte. Maar daarna namen we de corner wéér kort en verloren we de bal. Dan denk ik: Kom op, we moeten naar die goal. Dat miste ik een beetje.’